Wim Sonneveld

Een cent

Wim Sonneveld


Een cent, een cent, een cent, een cent
Wat waren we rijk met een cent
Met die cent in je hand kon je urenlang lopen
Je kon maar niet kiezen wat of je zou kopen
Een spekkie of een polkabrok
Een toverbal of verterdrop
Je voelde je een hele vent
Met een cent, met een cent, met een cent 

Ik zou willen gaan
Achter kinderen aan
Door een nauwe bochtige straat 

Waar een winkeltje kwijnt
Waar de lamp zuinig schijnt
Waar de snoep onder glasplaten staat 

Ik zou willen staan
Met mijn neus tegen 't raam
Met een warme cent in mijn hand 

Om te zien of vooraan
Nog de gomballen staan
En de wijnballenfles aan de kant 

Zoiets kun je niet meer doen
Voor je goeie fatsoen
En wat zegt ons zoethout van een cent 

Je zou als een vreemde in 't winkeltje staan
Die teleurgesteld alles herkent 

Een cent, een cent, een cent, een cent
Ik ben wat je noemt nu een vent
En geluk kan ik nu voor een cent niet meer kopen
Voor mij is die snoepwinkel toch niet meer open
En heb je zoals ik geen cent
Omdat je niet zo uitgekookt bent
Dan zeggen ze: "Die stomme vent"
"Ga toch weg, ach die vent heeft geen cent"