In het holst van de nacht, Als de duisternis op het diepst is En het braaf christenvolk Reeds lang te rusten gegaan, Dan komt het nachtgebroed tot leven. Op woeste wijde heide In de ban van grote hete vuren Doet het al wat god verboden heeft, Om vervolgens te verdwijnen Tot de volgende nacht valt. Niemand weet vanwaar zij komen Noch waarheen zij dan weer gaan, Deze doodsbleke schepsels van de nacht Bezeten door een duivelse macht. Niemand weet vanwaar zij komen Noch waarheen zij dan weer gaan, Doch komen blijven zullen zij zeker Nimmer ophouden te bestaan.