O humor! Jij bent het zout in de pap der maatschappij Jij bent de peper op het scharrelvlees, met je besmuikte gniffeltjes achter handen Met je klaterende lach, die echoot tussen de kale, saaie muren van de torenflats O humor! Van jou leer ik. Jij bent Staatsen, Van den Herik, jij bent Lovers, de NS Jij bent Rottenberg en Wolffensperger. Jij bent Bolkestein en nog veel erger Jij bent de neergestorte Russische Marssonde, jij bent de pleister op de wonde Jij bent cafe De Rat en De Mol, jij bent de paracetemol Jij bent de borstel van de geest, jij bent de zalf die veel geneest Jij bent de vonk en tevens de olie in de motor des levens Lang leve de humor! De humor!