'Kom kom, jongens Tut tut, jongens Kom kom, tut tut, jongens Ho ho Kom kom, tut tut, ho ho, jongens Ik hoop dat ik duidelijk genoeg ben Kom kom, tut tut, ho ho Er wordt in de klas gegeten Dat merk ik, dat voel ik, dat ruik ik Er wordt een boterham gegeten Met komijnekaas Ik ruik de nageltjes Jongens als wij nou niet stil zijn hier dan: Dictee Schrijf op: 'De oude vrouw kauwde benauwd Op de deels rauwe, deels in zout gedouwde bout Van de neergehouwen karbouw De grijze brij Van het slijmerige ei Dat tegen de steile spijlen Van het veilinggebouw werd verbrijzeld Deed het lijzige meisje ijzen.'