Ook al gaat mijn weg Door een diep dal Van duisternis heen Uw liefde drijft de angst uit in mij Ook al loop ik vast Overvallen door een hevige storm Ik keer niet om want u bent nabij En ik vrees geen gevaren meer Met mijn god steeds aan mijn zij Voor wie zou ik nog vrezen? Hij is toch bij mij? Hij is toch bij mij? Nooit meer,nooit meer alleen Loop ik door de stormen heen Nooit meer,nooit meer alleen op de berg of in de dalen nooit meer,nooit meer alleen Heer u laat mij nooit meer alleen En ik zie al de glans In de verte,van het stralende licht Dat schijnt voor elk die volhoud en wacht Maar tot aan die dag Dat de schepping word bevrijd van de pijn, Is u te kennen al wat ik wil En ik vrees geen gevaren meer, Met mijn god steeds aan mijn zij Voor wie zou ik nog vrezen? Hij is toch bij mij? Hij is toch bij mij? Nooit meer,nooit meer alleen Loop ik door de stormen heen Nooit meer,nooit meer alleen Op de berg of in de dalen Nooit meer,nooit meer alleen Heer u laat mij nooit meer alleen Ja ik zie al de glans, In de verte van het stralende licht Maar tot aan die dag dat de schepping word bevrijd van de pijn, Blijf ik u prijzen, Blijf ik u prijzen. Ja ik zie al de glans, In de verte van het stralende licht. Maar tot aan die dag dat de schepping, word bevrijd van de pijn. Blijf ik u prijzen, Blijf ik u prijzen. Nooit meer, Nooit meer alleen Loop ik door de stormen heen Nooit meer,nooit meer alleen Op de berg of in de dalen Nooit meer, Nooit meer alleen Heer u laat mij nooit meer alleen Nooit meer, nooit meer alleen Loop in door de stormen heen Nooit meer, nooit meer alleen Op de berg of in de dalen Nooit meer, nooit meer alleen, Heer, u laat mij nooit meer alleen Nooit meer, nooit meer alleen Loop ik door de stormen heen Nooit meer, nooit meer alleen Op de berg of in de dalen Nooit meer, nooit meer alleen Heer, u laat mij nooit meer alleen