Klein Orkest

26000 Dagen

Klein Orkest


Tom: A

Intro
G  C  D  G  G  C  D  G  G  G


G                                                C                        D
Kinderen die mogen spelen in luchtkastelen die bestaan en nooit zullen vergaan
G
Vroeg of laat gaat zand vervelen, moet je daar niet blijven spelen
   A                                         C              D
Je kunt als je wilt ook op zoek naar de rand van de zandbak gaan
G                                                       C                     D
Jong zijn dat is uitproberen, leren balanceren, blijven staan, vallen, verder gaan
   G
Je kunt volwassen willen lijken, alvast naar rijtjeshuizen kijken
   A                                            C                  D   // stop
Je kunt als je telt voor ’t zelfde geld naar ’t eind van de wereld gaan



Refrein:
             G           C
Je hebt zo’n 26000 dagen   tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid)
D                                G
  Je kunt lachen, je kunt klagen,  maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt
                           C
(Je hebt zo’n 26000 dagen)   tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid)
D                                G
  Je kunt lachen, je kunt klagen,  maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt


G                                                           C                            D
Volwassen, evenwichtig lijken, niks laten blijken, nog geen traan, maar twijfel blijft bestaan
  G
Gelukkig zijn is uit de mode, zomaar lachen streng verboden
   A                                       C                   D
Je kunt ook hup voor de lol nog een keer gewoon op je kop gaan staan
G                                                        C                     D
Eenmaal oud en grijs geworden, in bejaardenoorden van de baan, op een zijspoor staan
G
Klaverjassend tijd verkwisten, laat je niet voortijdig kisten
   A                                     C                    D   // stop
Je kunt als je wil ook gewoon zonder pil lekker aan ’t vrijen slaan

Refrein

G  C  D  G  G  C  D  G               G       C                      D          G
                       (26000 dagen) 1 2 3 4 5 6 7 8, (26000 dagen) 9 10 11 12 13 14 15 16
              G           C                    D     G
(26000 dagen) 17 18 19 20 21 22, (26000 dagen) 23 24 25 26

A           D
26000 dagen   tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid)
E                                A
  Je kunt lachen, je kunt klagen,  maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt
                           D
(Je hebt zo’n 26000 dagen)   tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid)
E                                A
  Je kunt lachen, je kunt klagen,  maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt
                           D
(Je hebt zo’n 26000 dagen)   tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid)
E                                A
  Je kunt lachen, je kunt klagen,  maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt
Asus4             A     Asus4             A     Asus4  A
      Voor eeuwig kwijt,      voor eeuwig kwijt