Jovink En de Voederbietels

Land Van Maas En Waal

Jovink En de Voederbietels


door de groene dijken kolt het water naar benee
je zet je snorkel op en je zwemt dan naar 't cafe
dan liggen we met z'n allen op het luchtbed an de tap
onze keel die blijft dus vochtig van het fijne
gerstensap
en we botsen en we klotsen en we hossen allemaal
want door ons cafe daar stroomt de maas en ook de
waal

in het opvangcentrum is het een groot feest
de raad van elf die drink veel maar de prins die drink
het meest
de fanfare en de hofdames, iedereen is hier
en we bouwen de ark van noach van lege vaten bier

over de groene dijken kolt het water naar benee
je zet je snorkel op en je zwemt dan naar 't cafe
dan liggen we met z'n allen op het luchtbed an de tap
onze keel die blijft dus vochtig van het fijne
gerstensap
en we botsen en we klotsen en we hossen allemaal
want door ons cafe daar stroomt de maas en ook de
waal

alle tuinbouwkassen zijn net een vissenkom
van al die zakken vullen is mien rug nu krom
het openbare zwembad was nog nooit zo groot
van de ingang naar de uitgang is 'n half uur met de
boot
huisje, boompje, beestje alles drijft gezellig mee
we drijven langzaam naar benee, we spoelen naar de
zee
we doen de pollonese want onze voeten zijn nog nat
dat mag de pret niet drukken van een volle lekke zat

en over de groene dijken kolt het water naar benee
je zet je snorkel op en je zwemt dan naar 't cafe
dan liggen we met z'n allen op het luchtbed an de tap
onze keel blijft nog steeds vochtig van het fijne
gerstensap
en we botsen en we klotsen en we hossen allemaal
want door ons cafe daar stroomt de maas en ook de
waal

in het zelfde schuitje zitten we allemaal
met alle voederbietels te feesten in de zaal
van de burgemeester en de koningin
van voors tot voors en njeteraad allemaal goede zin
en we lachen en we klinken en we drinken allemaal
van het schone gele water uit de maas en uit de waal 

door de groene dijken stoomt het water in't cafe
ieder half uur zwem ik naar de wc
samen met de burgemeester en de koningin
van voor tot voor en njenteraad allemaal goede zin
en we lachen en we klinken en we drinken allemaal
van het schone gele water uit de maas en uit de waal

hu waal tis toch de iesel