Johnny Jordaan

De Begrafenis Van Manke Nelis

Johnny Jordaan


De hele Willemstraat, die sting in rep en roer
Een ieder trok z'n zondagse pakkie aan
We mosten Manke Nelis, die 'm was gepiept
Met z'n allen netjes begraven gaan
Familieleejen en ieder die 'm had gekend
De loterijclub en 't viscolegie was present
Ome Gerrit die liep zwaaiend met z'n vrouw
Met rooie das, maar ook verder in de rouw
En al de kraaien, zoals gewoonlijk van geen neutje vies
Sloegen bij schele Dries gauw wat taaien achter hun kies
En de buurvrouw jammerde: "Sapperloot
Die arme Manke Nelis, zo in ene dood
's Avonds is 'ie, volgens Daan, gezond en wel naar bed gegaan
En vanmorgen zo ineens dood opgestaan"

Z'n vrouw werd door de hele buurt gecondoleerd
En die riep: "Zo hep een mens nou altijd wat
Aan een kant is 't goed, dat 'ie 'm is gecrepeerd
Want zo'n lollig leven heb ik nog nooit gehad
Hij heb nog nooit een cent verdiend, want altijd was 'ie los
Nou krijg ik tenminste honderd gulden uit het dooienbos"

Toen de stoet voorkwam, toen hees men zo heel droog
Die arme Manke uit 't raam, van vier hoog
En een ieder riep: "Opzij, hij is gemeen genoeg, subiet
Bovenop je test te springen, als 'ie er de kans toe ziet"
Toen 't lijk beneden kwam, werd 'ie heel net
Met blommetjes in 't eerste rijtuig neergezet
Daarop stapte iedereen in de rijtuigen meteen
En toen ging de stoet naar de begraafplaats heen

Maar in de Spaardammerstraat werd eerst gestopt, o zo
Bij een kroegie, op voorstel van Rooie Bart
Ze haalden Nelis netjes uit 't rijtuig
Zetten hem toen zolang maar onder 't biljart
Toen 'n partijtje stoten, en de hele rouwstoetsie
Zocht in de Ouwe Kats vergetelijkheid voor hun verdriet

Toen 't soepie dronken werd riepen ze luid
"Jongens, nou eerst Nelis wegbrengen, vooruit"
En een ieder in de bakkies aangedaan
En ze zongen: "Dooie Nelis zal nooit verloren gaan"
Maar bij de begraafplaats, daar gilde Rooie Bart
"Die arme manke staat nog onder 't biljart
Nee jongens, ik ben d'r erg voor
We motte die goser halen, hoor
Zonder Nelis gaat de voorstelling niet door"

Ze haalden Nelis netjes uit de kroeg vandaan
En ze reeje in een gestrekte draf
Zingende en zwaaiend, net of 't een bruiloft was
Die arme Manke Nelis naar z'n graf
Onder een dronkemans gespeech en Ouwe Kats gehuil
Viel ome Gerrit, met een plons, bij Nelis in de kuil
Ome Hein zei: "Laten we niet langer blijven staan
Zand erover, waarin alles is gedaan"
Toen ome Gerrit 't hoorde schreeuwde die in doodsangst uit
"Nog geen zand erover Hein, laat mij d'r eerst 'ns even uit"
Hij kroop die kuil uit en hij stompte d'r een paar opzij
Nou, toen werd 't dra zo'n fijne knokpartij
's Avonds kwamen ze aangedaan
Wijl z'op geen benen meer konden staan
Van de begrafenis terug, in de Jordaan