Ik woon op een woning, men noemt het een krot Maar ik zie geen enkel bewijs Er staat aan de deur: 'Onbewoonbaar verklaard' Voor mij blijft 't toch een paleis Het huis is gebouwd in de zestiende eeuw Het staat van de ouderdom scheef Ik ben er geboren, ik ben er getrouwd Ik woon er zolang als ik leef Op die afgekeurde woning In 't hartje van de Jordaan Daar sleet ik m'n jeugd Had ik leed, had ik vreugd In de strijd om een eerlijk bestaan Maar toch voel ik mij een koning Ook al vloeit er dikwijls een traan Op die afgekeurde woning In 't hart van die ouwe Jordaan