Een vaas vol dode bloemen herinnert nog aan jou. Een notitie in jouw handschrift, die op de Gouden Gids staat. Een witte klok in marmer, die ik zelf nooit had gekocht, en een poster van Picasso op het toilet. En de leegte in mijn hart, en het malen van mijn hoofd: het herinnert mij de hele dag aan jou, herinnert mij de hele dag aan jou. Als de telefoon gaat en iemand vraagt naar jou, als ik bij de post geen brief van maar wel voor jou vind. Als ik uit gewoonte thee voor twee man heb gezet, lijkt het net of ik niet kan en mag vergeten... Want de leegte in mijn hart en het malen van mijn hoofd: het herinnert mij de hele dag aan jou, herinnert mij de hele dag aan jou. Jouw zielerust bevordert de mijne niet. Was elke kus van liefde dan voor niets? Waarom ben jij ook van mij weggegaan op deze manier? Het herinnert mij de hele dag aan jou, herinnert mij de hele dag aan jou. De vaas met dode bloemen heb ik bij de straat gezet, de rest zal hoogst waarschijnlijk met de jaren slijten. Maar niet de leegte in mijn hart.