Tom: Bm G C A7 D G G# A* D D D* D* D* [Verse 1] D D D A Een flinke boerenzoon zag op een dag in mei A A A D een lief en aardig meisje, dwalend in de wei. D D D7 G Ze plukte daar margrietjes die bloeiden op het land G D E A D D maar plotseling kwam er toen een bij en prikte in haar hand. [Chorus] G C Als het gras twee kontjes hoog is. A D D/F# G Hela-hiep! Hela-hop! G C A Als het gras twee kontjes hoog is, meisjes D G G G G# A* A* A* pas dan heel goed op. [Verse 2] D D D A Van schrik gaf ze een gil en keek eens om zich heen, A A A D ze zag de boerenzoon, die snel zijn hulp verleent. D D D7 G Hij pakte vlug haar hand, die, oh, zo pijnlijk was, G D E A D D ze gingen samen zitten daar in het malse gras. [Chorus] G C Als het gras twee kontjes hoog is. A D D/F# G Hela-hiep! Hela-hop! G C A Als het gras twee kontjes hoog is, meisjes D G G G G# A* A* A* pas dan heel goed op. [Verse 3] D D D A Hij kuste haar toen snel en stilde zo haar pijn, A A A D zo'n leuke lieve meid, dat vond hij reuzefijn. D D D7 G Hij deed zijn jasje uit en keek eens om zich heen G D E A D D en midden in die wei lag hij met haar alleen. [Chorus] G C Als het gras twee kontjes hoog is. A D D/F# G Hela-hiep! Hela-hop! G C A Als het gras twee kontjes hoog is, meisjes D G G G G# A* B7* pas dan heel goed op. [Verse 4] E E E B7 Nu plukt ze weer margrietjes met een kindje aan d'r hand, B7 B7 B7 E haar ogen dwalen zoekend rond over het groene land. E E E7 A Ze heeft hem nooit meer teruggezien nadat hij haar verliet. A E F# B7 E E Terwijl zij naar haar kindje kijkt, zingt zij nu zacht haar lied: [Chorus] A D Als het gras twee kontjes hoog is. B7 E E/G# A Hela-hiep! Hela-hop! A D B7 Als het gras twee kontjes hoog is, meisjes E A* pas dan heel goed op. [End-Chorus] A D Als het gras twee kontjes hoog is. B7 E E/G# A Hela-hiep! Hela-hop! A D B7 Als het gras twee kontjes hoog is, meisjes E A* E* A* pas dan heel goed op.