refr.: Schaam je nooit voor je vader en moeder Als 't jou voor de wind is gegaan Kijk niet neer op 't eenvoudige huisje Waar eenmaal je wieg heeft gestaan Al hun moeite, verdriet, al hun zorgen Die vergeet je als kind soms zo gauw Schaam je nooit voor je vader en moeder Want zij schaamden zich ook nooit voor jou Het komt in 't leven maar al te vaak voor Dat iemand, die 't ver heeft gebracht Zich schaamt voor z'n ouders, omdat ze niet zijn Wat men in zijn kringen verwacht Dan steekt hij z'n neus soms heel hoog in de wind De oudjes, die zeggen: "Toch blijft hij ons kind" refr.