Hij zwaait nog altijd naar de treinen Al is hij nu al 42 jaar Hij blijft nog altijd niet binnen de lijnen En 8 plus 5 krijgt hij nog steed niet voor elkaar Hij loopt nog altijd rond in van die jongenskleren Een hoge broek, een jack met capuchon Hij mag nog steeds zijn eigen brood niet smeren Hij wil nog altijd op de kermis een ballon En als hij lacht dan scheurt de hemel open Er zweven lila strikjes naar benee De blinden kunnen zien, de lammen lopen En er is elfstedentocht op de tv Hij kan zijn eigen naam nog steeds met moeite lezen Hij hoort er op een feestje nooit echt bij Staat eens per jaar een reuze-kind te wezen Tussen de peuter op de kinderboerderij En als hij lacht is alles pas gewassen kleren Dan reiken mens en dier elkaar de hand En waar je kijkt daar zie je panda-beren En gekleurde kinderschepjes in het zand Hij blijft nog altijd niet binnen de lijnen En 8 plus 5 krijgt hij nog steeds niet voor elkaar Hij zwaait nog altijd naar de treinen Al is hij nu al 42 jaar