De as van de Grote Beer maalt zich Aan de staart hangend lokt zich de roep Sirius straalt in drievoud temidden En hellehonden dalen neer bij het bloed In de cirkel kan maanlicht de zegel vinden Met het kind dat stierf in mijn handen Sterren zo donker, grond kil en koud Mijn ziel zal tot in de eeuwigheid branden Haakt ge uw kroon af Hoer van de zeven hemelen U treft geen bescherming meer In Erkalla zal dood doen wemelen Uit de diepte van de kosmos komt macht Een tweetal van hoeken vol vergeten kracht Een wijsheid door mensen verbolgen Dat aards geweld hun draagt naar het graf