Daar was laatst een meisje loos Die wou gaan varen, die wou gaan varen Daar was laatst een meisje loos Die wou gaan varen als lichtmatroos. Zij moest klimmen in de mast Maken de zeilen, maken de zeilen Zij moest klimmen in de mast Maken de zeilen met touwen vast Maar bij storm en tegenweer Sloegen de zeilen, sloegen de zeilen Maar bij storm en tegenweer Sloegen de zeilen van boven neer Zij moest komen bij de kap'tein Wilde haar slagen, wilde haar slagen Zij moest komen bij de kap'tein Wilde haar slagen vol haat en venijn Ach kapteintje sla mij niet Ik ben een meisje, ik ben een meisje Ach kapteintje sla mij niet Ik ben een meisje zoals u ziet Wel wat doet gij op mijn schuit Trek uit die kleren, trek uit die kleren Wel wat doet gij op mijn schuit Trek uit die kleren, verdwijn ras vooruit Ach kapteintj' ontsla mij niet Ik ben je liefje, ik ben je liefje Ach kapteintj' ontsla mij niet Ik ben je liefje zoals je ziet.