Don Quishocking

Zomers Van de Jaren Zestig

Don Quishocking


Zomers van de jaren zestig
Weet je nog hoe jong je was?
Jonger dan je wilde lijken
En nog groener dan het gras
Al die lange hete dagen
Geuren van ligusterhagen
Bijen zoemend om je heen
Felgekleurde weekendhemden
Veel te veel wat je nog remde
Veel te veel te vaak alleen

Zomers van de jaren zestig
Aan de zee of in de tuin
Maar het was enorm belangrijk
Dus je werd ontzettend bruin
Met je bronzen torso pronken
Tevergeefs naar meiden lonken
Die je niet versieren kon
Alle dagen toch weer hopen
Altijd weer te veel gezopen
Voor de warmte en de zon

Zomers van de jaren zestig
'S Avonds ging je naar het strand
Zoveel lauwe pils gedronken
Zoveel sjekkies opgebrand
Nylon jas tegen de buien
Lekker warme slobbertruien
Door je moeder zelf gebreid
En maar lullen over vrede
God, wat is het lang geleden
Maar dat deed je indertijd

Zomers van de jaren zestig
Zo beleef je ze nooit weer
Sturm und Drang; jazeker dokter
Dat gaat over, zonder meer
Dringen werd voorzichtig duwen
En de stormen gingen luwen
Tot een aangepast windstil
Toen citeerde je nog Gorter
En de liefdes duurden korter
Dat was denk ik het verschil