Don Quishocking

Dood Van Een Suikeroom

Don Quishocking


Ze stonden rond zijn bed zijn laatste woorden op te vangen
Omdat dat de gewoonte is, wanneer er iemand sterft
Zijn jongste neef ging zelfs over het voeteneinde hangen
Die had er toen nog geen idee van, dat hij was onterfd
Zijn zuster deed voortdurend tranen langs haar wangen dalen
Maar wisselde haar rouwbetoon met boze blikken af
Om Tante Truus, die in een stoel wat slaap zat in te halen
En toch was dat de enige, die nog iets om hem gaf

Neef Eduard was permanent met zijn horloge bezig
En dat was op zijn zachtst gezegd onkies vond iedereen
Tenslotte was er in de kamer ook een klok aanwezig
En wat die haast vetrof, dat gold echt niet voor hem alleen
Van tijd tot tijd kwam een verpleegster op haar tenen binnen
Die keek dan even of er al iets weg te rijden viel
En giechelde, weer op de gang terug bij haar vriendinnen
Om al die pseudoroersels van de menselijke ziel

De kamer was benauwd en warmer dan men zich zou wensen
En sterven gaat vaak toch al in zo'n broeierige sfeer
De bloemen stonden vreselijk pathetisch te verflensen
Maar ach, die waren na drie weken ook zo vers niet meer
Het was alleen nog maar een zaak van wachten, wachten, wachten
Tot oom nou eindelijk eens uit zijn lijden werd verlost
En zij natuurlijk ook - al schrok men wat van die gedachte
Maar heel dat sterven had hen stilaan wel genoeg gekost

En toen kwam dan die snik ten teken dat het was geleden
En door de kamer ruiste plots een collectieve zucht
De dokter werd erbij gehaald en oom werd weggereden
Het was voorbij en iedereen voelde zich opgelucht
De rouwkaart deelde mee, dat hij ontslapen was in vrede
En inderdaad, er heerste toen geen oorlog in het land
Maar in familiekring is maanden nog fanaat gestreden
Om veertigduizend gulden en een vrij bouwvallig pand