Als je nu gaat uit deze kleffe stad weet je morgen hoe eenzaam gisteren was hoeveel ogen af en aan afstand nemend blind konden voorbijgaan Als je nu gaat naar dat land met houten huisjes als je nu gaat zijn de wegen nog voor jou nu de nacht de kleuren heeft geroofd nu de stilte is gaan zwijgen in jouw hoofd Aan jou maakte niemand woorden vuil je was voor hen niet eens komma, je bent een woord wat niet bestaat je bent een sleutel die niet past, je bent alleen Maar al is jouw dag 's-middags al zinloos al is de avond irritant toch hou je vreselijk van de nacht die uitzicht geeft op weer een nieuwe dag.