De Schedelgeboorten

Witte Broek

De Schedelgeboorten


ik had mijn witte broek aan
en ik dronk ne rode wijn
't was op de huwelijksreceptie
van Bruno en Katlijn
ineens een por tussen mijn ribben ik schrik me rot en draai mij om
ik ken de stem die zegt 'wat leuk dat ik u hier nu tegenkom
hoe is 't met u ge ziet er goed uit'
ik zag meteen da's nie gemeend
mijn ogen waren roodgezwollen
want gans de mis had ik geweend
ik voel mij door God verlaten
sinds zij bij mij is weggegaan
verscheurd vertrapt in alle staten
ik heb nogthans nooit iets fout gedaan
alsof er nooit wat is geweest komt ze nu zowat naast me staan
en zegt'ik zie dat ge voor 't feest uw witte broek hebt aangedaan'
ze heft haar hand gaat door haar haar en stoot daarbij
mijn elleboog en na dit onverwacht gebaar was m'n broek niet langer droog
zij gilt 'dat gaat daar nooit meer uit'
ik zeg 'daar zit ik niks mee in'
veel erger dan die rode wijnvlek die onuitwisbaar is
is de afdruk die jij naliet in de vorm van gemis
maar dat is iets waar jij waarschijnlijk geen benul van hebt
hoe denk je dat het voelt nu je m'n kruis
met een keukenhanddoek dept
of moet ik er een tekening bij maken
ik ben toch niet van steen
hou op mij aan te raken
dat gaat door merg en been
en zeg nu niet 'dat is toch zonde'
van die schone witte broek
mijn hart is nu een open wonde
da's waarom ik u vervloek
laat dus het zout maar achterwege pijn wordt er niet mee verzacht
ik ben je nog altijd niet vergeten wat had je dan gedacht
je zit nog altijd in mijn hart
mijn lief mijn leed mijn koningin
je gaat er nooit meer uit
en gij zit daar niks mee in