Eenzaam in het woud dwalend Verlaten ruine bij nacht Mijn wanhoopsgeschrij draagt ver Over kille bossen in het licht van de bleke maan Een vervloeking vol deernis, afschuw en ellende Mijn last is voorwaar ondragelijk Tragedieen openbaren zich vanacht De Hellepoorten gaan open voor mij De knokige hand van Magere Hein rust op mijn ziel Duivel! Ontvang mij! Somberheid en zelfkwelling nemen een steeds hogere vlught Zie, wereld, hoe ziek ik ben Er is slechts een uitweg voor mij Dit gehate leven zal na deze nacht niet meer zijn Geen zonlicht zal mijn netvlies beroeren Geen mens zal mijn walging meer forseren Beeindig nu dit uitzichtloos bestaan Staak nu mijn doelloos dwalen IJzig staal open mijn huid Ontketen mijn bloed in een onstelpbare wond Ik ontken met kracht de gift van de dwaze god Ik lijd Ik heb pijn Alles wordt zwart