Kleine Liesje was een meisje van pas nauwelijks zes jaar Zij kon dansen als een vlinder, want dat leerde mammie haar Mammie was verzot op dansen, als een zeer moderne vrouw Lies vroeg dikwijls aan de dienstmeid: "Zeg, waar blijft m'n mammie nou?" En waarom mocht ik nu niet mee Of is 't vandaag weer matinee refrain: Mammie, waar ben je, heeft mammie weer pret Dans je weer Charleston, je kindje is naar bed Mammie, waar ben je, toe mammie, kom gauw Want jouw kleine liev'ling verlangt zo naar jou Omdat mam alleen maar aandacht voor de dancing-woede had Nam zij steeds minder notitie van haar lieve kleine schat 't Gaf niet of de kinderjuffrouw troostend op de schoot haar nam Liesje bleef in 't bedje snikken: "Kom dan toch, toe kom dan mam" Het kinderzieltje werd vermoord En mammie danste lustig voort refrain Kort daarna kwam plots een crisis, kleine Lies lag 's avonds laat Met een hoge vuur'ge koortsgloed op 't engelengelaat In een ijldroom vroeg zij zachtjes: "Mammie, kom toch even weer" Toen een zucht en 't was geleden, kleine Liesje was niet meer De juffrouw drukt haar oogjes dicht En sprak: "Slaap zacht, mijn lief klein wicht" Mammie, waar ben je, heeft mammie weer pret Dans je weer Charleston, 't kind ligt dood in bed Dans dan, toe dans dan, o eerloze vrouw Want jouw kleine liev'ling vraagt nooit meer naar jou