Wim Sonneveld

De Hoeksema's

Wim Sonneveld


Die Hoeksema's, het zijn mijn beste vrinden
Ik zeg niks van ze hoor, begrijp me goed
Ik kan het altijd heel goed met ze vinden
Zij is geen dame he, mijn God, die hoed
Hij gaat wel, hij is iets bij de justitie
Maar oppervlakkig, he, geen verre blik
Geen diepte en, hoe heet dat, eruditie
Ze staan er niet bij stil he, zoals ik
Neem mij nou eens. Ik zit in vier besturen
Behalve dan m'n damesclub in Kras
'k Heb m'n gevallen vrouwen, pedicure
En dan m'n man nog en m'n ischias
Maar zonder schoonheid kan ik toch niet leven
Muziek en letteren. Er is bij mij
Een hunkering naar Simon van het Reve
Ik hou m'n Sartre en m'n Gide altijd bij 

Kijk, dat is nou zo jammer van die Hoeksema's
Ze zijn me toch te weinig erudiet
Ze zijn ontzettend aardig, hoor, die Hoeksema's
Maar dat, he, dat hebben ze niet 

Die Hoeksema's, 't is niet om 't een of 't ander
Ik mag ze graag, maar dat maakt me wild:
Ze spreken altijd kwaad over een ander
Ze zijn, hoe zal ik 't zeggen, weinig mild
Ze hadden het vanavond over Annie
'k Geef toe, die Annie, nou daar is iets mee
Zo'n jurk van dat salaris, nou dat kan niet
En dan die hele 'hem-hem' van 'r, nee
Ze is ook fout geweest, he, tussen haakjes
Maar 't is toch eigenlijk ook wel weer sneu
Zo'n moeder, en die vader, met z'n zaakjes
Het ligt toch helemaal aan het milieu
Het zijn verschrikk'lijk ordinaire types
Maar laat ze onbetrouwbaar zijn misschien
Ik zeg, en dat is een van mijn principes,
Je moet het goede in de mensen zien 

Kijk, dat is nou zo jammer van die Hoeksema's
Ze zijn me toch wel een tikje hypocriet
Ze zijn ontzettend aardig, hoor, die Hoeksema's
Maar dat, he, dat hebben ze niet 

Die Hoeksema's, ik was heel even bij ze
We hadden het zo over al het leed
En toen opeens, het was om van te ijzen,
Toen voelde ik, hoe weinig het ze deed
De negers en de joden, al die rassen
En al die displaced persons in hun hemd
O, als ik bij de naaister sta te passen
Dan voel ik me van binnen zo beklemd
Ik zeg nog in de keuken tegen Mina:
"Jij klaagt nou over al jouw ongerief
Maar denk eens eventjes aan Palestina
En aan die arme Gandhi, asjeblieft"
En Indie en al die kleine wrokken
En hier de woningnood. Ontzettend cru
Dat vier gezinnen in een kamer hokken
Ik heb er niemand bijgekregen, U 

Kijk, dat is nou zo jammer van die Hoeksema's
Ze zien alleen hun eigen klein verdriet
Ze zijn ontzettend goeiig hoor, die Hoeksema's
Maar dat, he, dat hebben ze niet