Tom: D D D [Verse 1] D D Om zes uur in de morgen trekt hij reeds naar de mijn, D D de zon lijkt nog wat slaperig te zijn. D D Maar wat kan 't 'm schelen of ze boos is of lacht, D D voor hem is 't daar beneden altijd nacht ... [Chorus] G D ... in de koolmijn, in de koolmijn, G D waar hij nooit eens op wat anders tellen mag. G D In de koolmijn, in de koolmijn, G D D D is het altijd even duister, ieder dag. [Verse 2] D D Om zes uur, iedere avond, is hij weer op de straat, D D met gedachten, net zo zwart als z'n gelaat; D D te moe om na z'n werk nog ergens heen te gaan D D en morgen moet hij weer vroeg op de baan ... [Chorus] G D ... naar de koolmijn, naar de koolmijn, G D waar hij nooit eens op wat anders tellen mag. G D In de koolmijn, in de koolmijn, G D D D is het altijd even duister, ieder dag. [Verse 3] D D Op zondag telt hij al 't geld dat hij heeft gespaard, D D gelukkig dat hij alles heeft bewaard D D voor 't meisjelief dat in z'n zonnig land op 'm wacht, D D haar beeld alleen maakt hem het leven zacht ... [End-Chorus] (Repeat and Fade Out) G D ... in de koolmijn, in de koolmijn, ...