Tom: Cm G G D7 D7 D7 D7 G C G N.C. [Verse 1] G G In Montmartre staat een huisje, D7 D7 daar hoog op de heuveltop, D7 C met 4 kleine vensterraampjes G G N.C. en een deurtje nooit op slot. G G7 Alles hangt zowat aan flarden C A want het is al oud en grijs, G D7 maar door 't raam van de mansarde G C G N.C. zie je heel de stad Parijs. [Verse 2] G G Heel wat schilders, heel wat dichters D7 D7 hebben daar destijds gewoond D7 C en er 's avonds met hun vrienden G G N.C. zeker van succes gedroomd. G G7 Zij die daar vaak samen zaten C A waren toen nog niet beroemd, G D7 sindsdien werden heel wat straatjes G C D#7 N.C. uit de buurt naar hen genoemd. [Verse 3] G# G# In Montmartre staat een huisje, D#7 D#7 daar hoog op de heuveltop, D#7 C# met 4 kleine vensterraampjes G# G# N.C. en een deurtje nooit op slot. G# G#7 Niets voor mij heeft zoveel charme, C# A# ook al is het oud en grijs, G# D#7 dan dat huisje in Montmartre G# A# op de heuvel van Parijs, G# D#7 N.C. dan dat huisje in Montmartre G# C# G# op de heuvel van Parijs.