Vijftien slagen van zijn hamer en vijf lansen liggen klaar Vijf maal hijsen wij zijn hoorn en wij zijn vertrekkensklaar Fomorianen zullen sterven, ze gaan Ruadan achterna Zoon van Danu, Godensmid, Goibniu wij groeten u! "Al duurt de slacht nog zeven jaar, ik vernieuw elk gebroken zwaard Ik slijp elke botte lans en bedien je als de beste waard Mijn waap'nen treffen altijd doel en dood reist immer met hen mee!" Zoon van Danu, Godensmid, Goibniu wij groeten u! De zon rees die dag in het westen en zou verblindend gaan schijnen Donder kwam toen van beneden en de Unsenn vulde zich met lijken We stonden kniediep in het bloed, 't werd moeilijk om niet uit te glijden Goibnius wapens krijsten fel: "Fomor, jij gaat eraan!" Balor met Boze Oog wervelde door onze rangen Sloeg Macha en Nuada neer, Danu's Stam door vrees bevangen Maar de Ioldanach schitterde en steeg boven het slagveld uit "Balar Beimann - voel mijn toorn en vertrek naar de duisternis!" Het Boze Oog voor immer dicht, 't Fomoriaanse vuur gedoofd Vuige wezens uit de zee van hun stinkende trots beroofd En toen kwam de Morrigù, "Koningen, herrijs op dit veld!" Met hen reed de Victorie mee en de Fomor blies de kraaienmars! De morgenstond kleurt Magh Tuireadh even rood als toen die dag Vage schimmen in de nevel mijmeren over een nieuwe slag Een schuimbekkende horde, houdt wederom de wapens g'reed en Wie goed luistert hoort in de wind de echo van een oorlogskreet Vijftien slagen van zijn hamer en de lansen zijn weer klaar Vijf maal hijsen wij zijn hoorn, de heidenen zijn weder daar Balors geest aan onze zijde, een nieuw en ontzagwekkend pact Goibnius wapens krijsen weer: "Verdrukker, jij gaat eraan!"