FOSFORVUUR - de landsknechten van Hellevoirt - Het baandorp langs de handelsweg, het koopmanshuis bij de parochiekerk Hier preekt men schroom en ijverzucht, Gods gebed in slechte lucht Magistraat en kapitein, zoetsappig wezen vol venijn Het veld in brand, de rode hand, draineer de geest van 't sompig land! Geen graf te diep voor de verzadiging van zijn lust Geen vlakte te wijd voor de draagkracht van zijn ijdelheid Hij zendt zijn knechten doorheen berkenland en kreupelhout Alwaar zij gaan speuren naar het fosforvuur, het blauwe dwaallicht oud Averij! Averij! Burgerman, piraterij! Het vuur gestolen in een lamp, de stank van buskruit, zwaveldamp! Leugenaar! Leugenaar! Henegouwse moordenaar! Hagepreker! Messensteker! Rad van ontucht, vaandelvlucht! Kom, schuinmarcheerders, in de maat! Vloektamboer vol Vanenkwaad Sla het ritme van de krijg Dat dreigend uit het broek opstijgt De nachtelijke rust verstoord De landsknechten van Hellevoirt Wie steelt het eeuwig fosforvuur? Vervloek de pijn, hij betaalt het duur! Dan komt er'an, de kleien man, verbrijzelt nu de tanden Want wie daar in de weg gaat staan verbrokkelt in zijn handen De aarde wenst jouw kussen niet, doch dorst slechts naar jouw bloed! En de maangodin, zij ziet jou niet, verzinkt, addergebroed! En al duurt het nog meer dan tweehonderd jaren, wij komen je halen! En al dat preken en dat smeken, zal niet mogen baten, wij komen je halen! Verrader! Verrader! Wij komen je halen! Wij komen je halen!