Walter Evenepoel

Marieke Van Bellingen

Walter Evenepoel


Als de warme zon van Sinksen haar grote aanval doet
Als de merel zijn nageslacht bij mekaar heeft gebroed
Dan paraderen ze voor 't venster en ze lokken ons uit ons kot
Uit hun ogen springen gensters en die ene daar, die maakt me zot

Marieke van Bellingen, langs 't hoppeveld of in het hooi
Samen tuimelen van de hellingen in het malse gras van Gooik
Schone dochter van 't Pajottenland
'k Hou de hele wereld in mijn hand

Als wij twee dan heel alleen langs de diepe wegen gaan
Kan niet een van ons getweeen de verleiding nog weerstaan
We vergeten alle wetten en we duikelen tesamen in het graan
En we vrijen tot er honderdduizend sterren aan de hemel staan

Marieke van Bellingen, langs 't hoppeveld of in het hooi
Samen tuimelen van de hellingen in het malse gras van Gooik
Schone dochter van 't Pajottenland
'k Hou de hele wereld in mijn hand
'k Hou de hele wereld in mijn hand

Als dan min of meer de furie in ons hart is uitgeraasd
Gaan we eerst onze dorst nog lessen bij Trezeke in 'Den Haas'
Ik drink er geuze zonder einde en jij krieklambiek, recht van 't vat
En in 't schijnsel van de maan gaan wij tenslotte dan maar weer op pad

Met Marieke van Bellingen, langs 't hoppeveld of in het hooi
Samen tuimelen van de hellingen in het malse gras van Gooik
Schone dochter van 't Pajottenland
'k Hou de hele wereld in mijn hand
Schone dochter van 't Pajottenland
De hele wereld in mijn hand