Tom: G G Bm C D G Bm C D [Verse 1] G Bm C G Er was er eens een brievenbus die op een pleintje stond. C D G Een mooie rooie brievenbus, hij had een open mond. G Bm C G Daar gingen alle brieven in de hele dag maar door. A D A D En nu en dan kwam er een man van 't grote postkantoor. Am7 D G Am7 D G Die haalde dan de brieven uit de brievenbus z'n buik. C D G C D G D En deed ze in een grote grote zak, o jongens 't ging zo puik. [Verse 2] G Bm C G Gisteren zei de brievenbus: Nou doe ik het niet meer. C D G Ik heb er schoon genoeg van, leg die brieven daar maar neer G Bm C G Hij deed z'n mond dicht met een klap en deed 'm niet meer open. A D A D En alle mensen kwamen daar met brieven aangelopen. Am7 D G Am D G Ze riepen: De bus is dicht, hoe komt dat nou, zeg hee, C D G C D Doe nou je mond eens open brievenbus, maar de brievenbus zei: G D Nee! [Verse 3] G Bm C G Toen kwam de directeur, de directeur van 't postkantoor. C D G Die kwam daar met een hamer en een beitel en een boor. G Bm C G Maar wat hij ook probeerde, 't hielp allemaal geen steek. A D A D De brievenbus bleef dicht en werd alleen een beetje bleek. Am7 D G Am7 D G Maar toen kwam kleine Peter, die zei: o alsjeblief, C D G C D Doe nou je mond eens open brievenbus want ik heb zo'n mooie G D brief. [Verse 4] G Bm C G En als je het voor mij niet doet, dan voor deze dame. C D G En toen begon de brievenbus zich vreselijk te schamen. G Bm C G Hij werd nog roder dan hij was en zei: Pardon, pardon. A D A D Hij deed z'n mond wijd open zeg, zo wijd als hij maar kon. Am7 D G Am7 D G En alle mensen dansten om hem heen en al die mensen zeien: C D G C D G Je bent de allerbeste brievenbus van heel de posterijeeeeeeen!