Lente adem, ijsbloem uitgebloeid koude winterwind uitgewist 't Oog luistert naar nieuwe adem, loof vol schroom kiemt uit de lenteboom Doch 't rad van fortuin spint rond in valkenvlucht, scherp gezien hoog uit de ijle lucht Caroussel met 'n dubbel aangezicht, vangt eenieder met zijn valkenoog De val der mensheid, een wereld te kostbaar, steeds weer assedraaiend, wervelend Als Icarus het lot tartend, met z'n hoogmoed ten onder gaand De zieke ziel van de leken wentelt zich, hij verstrengeld met de caroussel Snel, duivels rijdend, het was hun duist're plicht, den bok al rijzend onder het maanlicht Lente adem, ijsbloem uitgebloeid koude winterwind uitgewist 't Oog luistert naar nieuwe adem, loof vol schroom kiemt uit de lenteboom De zieke ziel van de leken wentelt zich, hij verstrengeld met de caroussel Snel, duivels rijdend, het was hun duist're plicht, den bok al rijzend onder het maanlicht