Ik moest met mijn blokfluit op blokfluitkamp En o, dat was zo'n ramp, ja, dat was zo'n ramp Met veertig kinderen vrolijk musiceren Met veertig kinderen leuke liedjes leren Op blokfluitkamp, och Jezus, wat een ramp Onze ouders kwamen luisteren Wat we hadden geleerd En ze waren heel trots Op wat we hadden gepresteerd We kregen complimentjes Over ons schitterende spel Ik vond het zelf ook knap Want zo vals wordt het niet snel Op blokfluitkamp, och Christus, wat een ramp Behalve musiceren moesten we ook volksdansen En ganzenbord spelen met levende ganzen Tikkertje, verstoppertje, ze zochten zich rot Want ik zat op de plee, met de deur op slot Of spoorzoekertje, ja, toen deed ik mee Nou, dat spoor was snel gevonden Ik was aan de diarree Op blokfluitkamp, oh, wat een darmkramp Op een avond zaten we gezellig bij het vuur En we bliezen ons helemaal het zuur Ik hield het niet meer uit en toen Heb ik mijn blokfluit in het kampvuur laten vallen Dat soort dingen kun je, als blinde, gewoon doen