Tom: Bm D A Bm A Hij is de zomer voor mij, Em G In de herfst brengt hij zomaar de zon, D Dsus4 D5 Dsus4 D Dsus4 D5 D Dichterbij. [Verse 1] D A6/C# Als regen met bakken, uit gitzwarte lucht, Bm A En de wind uit ’t oosten niet draait, C G/B Als de grond onder mij barst en kraakt, vloekt en zucht, A6/C# C D D5 En alles hier, snakt naar een strakblauwe lucht. [Verse 2] D A6/C# Dan kont ie beneden, en kijkt me aan, Bm A Alsof ’t nu pas begint, C G/B En als ie m’n hand pakt en zegt kom we gaan, A6/C# C Am7 A Dan lijkt er, niets anders meer te bestaan. [Chorus] D A Bm A Hij is de zomer voor mij, Em G In de herfst brengt hij zomaar de zon, A Dichterbij. D A Bm A Zelfs in de winter weet hij, Em G D Waar de lente nog ergens verstopt zit in mij. [Verse 3] D A6/C# En als ik niet weet waar ik ’t zoeken moet, Bm A Ik zie niet eens een begin, C G/B Als m’n “schouders eronder” het even niet doet, A6/C# C Am7 A En niets komt, zomaar vanzelf wel weer goed. [Verse 4] D A6/C# Stelt weer zo’n vraag die nog niemand verzon, Bm A Dat ’t nou eenmaal zo is, C G/B En heeft ie nog wel kan leren waarom Asus2 C Am7 A Dan blijkt die vraag, achteraf nog niet zo stom. [Chorus] D A Bm A Hij is de zomer voor mij, Em G In de herfst brengt hij zomaar de zon, A Dichterbij. D A Bm A Zelfs in de winter weet hij, Em G D Waar de lente nog ergens verstopt zit in mij. [Bridge] Bm E Hij lacht, hij brandt, hij speelt, hij zucht, F# B Hij wacht nu al zo lang, Bm E Hij stampt, verveelt, hij zweeft, hij kleurt, F# B En nu kust opeens mijn wang. [Chorus] E B C#m B Hij is de zomer voor mij, F#m A In de herfst brengt hij zomaar de zon, B Dichterbij. E B C#m B Zelfs in de winter weet hij, F#m A E Waar de lente nog ergens verstopt zit in mij. [Outro] E Esus4 E Esus4 E Esus4 E Esus4 E Esus4 E A A E