Herman Van Veen

Teddybeer

Herman Van Veen


Ik ben een meisje van zes jaar
en ouder word ik ook niet meer,
want ik ging dood en op mijn graf
zat tot vandaag mijn teddybeer.

Maar ik heb nu zo'n koud gevoel
als ik nooit eerder heb gehad,
want iemand heeft mijn teddybeer,
mijn beertje van mijn graf gejat.

Nu ga ik zoeken in de nacht
totdat ik straks de dader vind,
totdat ik zie hoe mijn lief beest
in bed ligt bij een ander kind.

Die zal nog niet gelukkig zijn:
die pak ik dan mijn beertje af,
die vuile dief gaat hand in hand
met mij naar 't kerkhof met mijn graf.

De ouders vinden een leeg bed
en zijn uitzinnig van verdriet
en waar hun kind gebleven is,
dat weet ook de politie niet.

Er komen koppen in de krant
dat er opeens een kind verdween,
maar waar dat kind gebleven is,
weet ik alleen. Weet ik alleen.