Drie Schuintamboers, die kwamen uit het Oosten Drie Schuintamboers, die kwamen uit het Oosten Van je rom bom wat maal ik er om Die kwamen uit het Oosten rom bom Eén van de drie, zag daar een aardig meisje Eén van de drie, zag daar een aardig meisje Van je rom bom wat maal ik erom Zag daar een aardig meisje rom bom Zeg meisjelief, wil jij met mij verkeren? Zeg meisjelief, wil jij met mij verkeren? Van je rom bom wat maal ik erom Wil jij met mij verkeren rom bom Neen jongeman, dat moet je mijn vader vragen Neen jongeman, dat moet je mijn vader vragen Van je rom bom wat maal ik erom Dat moet je mijn vader vragen rom bom Zeg ouweheer, mag ik je dochter huwen? Zeg ouweheer, mag ik je dochter trouwen? Van je rom bom wat maal ik erom Mag ik je dochter trouwen rom bom Zeg jongeman, zeg mij wat is je rijkdom Zeg jongeman, zeg mij wat is je rijkdom Van je rom bom wat maal ik erom Zeg mij wat is je rijkdom rom bom Mijn rijkdom is, daar wil ik niet om jokken, Mijn rijkdom is, een trommel met twee stokken Van je rom bom wat maal ik erom Een trommel met twee stokken rom bom Nee jongeman, jij kunt mijn kind niet krijgen Nee jongeman, jij kunt mijn kind niet krijgen Van je rom bom rot op Jij kunt mijn kind niet krijgen rom bom Zeg ouweheer, ik heb nog wat vergeten Zeg ouweheer, ik heb nog iets vergeten Van je rom bom wat maal ik erom Ik heb nog wat vergeten rom bom Mijn vader is Groot Hertog van Brittagne Mijn moeder is de koningin van Spanje Van je rom bom wat maal ik erom De koningin van Spanje rom bom Zeg jongeman, jij kunt mijn dochter krijgen Zeg jongeman, jij kunt mijn dochter krijgen Van je rom bom neem d'r maar mee Jij kunt mijn dochter krijgen joegee Nee ouwe lul, je mag je dochter houwen Nee ouweheer, je mag je dochter houwen Want ik hoef d'r niet meer Je mag je dochter houwen, eikel