Herman Van Veen

Drie Schuintamboers

Herman Van Veen


Drie Schuintamboers, die kwamen uit het Oosten
Drie Schuintamboers, die kwamen uit het Oosten
Van je rom bom wat maal ik er om
Die kwamen uit het Oosten rom bom

Eén van de drie, zag daar een aardig meisje
Eén van de drie, zag daar een aardig meisje
Van je rom bom wat maal ik erom
Zag daar een aardig meisje rom bom

Zeg meisjelief, wil jij met mij verkeren?
Zeg meisjelief, wil jij met mij verkeren?
Van je rom bom wat maal ik erom
Wil jij met mij verkeren rom bom

Neen jongeman, dat moet je mijn vader vragen
Neen jongeman, dat moet je mijn vader vragen
Van je rom bom wat maal ik erom
Dat moet je mijn vader vragen rom bom

Zeg ouweheer, mag ik je dochter huwen?
Zeg ouweheer, mag ik je dochter trouwen?
Van je rom bom wat maal ik erom
Mag ik je dochter trouwen rom bom

Zeg jongeman, zeg mij wat is je rijkdom
Zeg jongeman, zeg mij wat is je rijkdom
Van je rom bom wat maal ik erom
Zeg mij wat is je rijkdom rom bom

Mijn rijkdom is, daar wil ik niet om jokken,
Mijn rijkdom is, een trommel met twee stokken
Van je rom bom wat maal ik erom
Een trommel met twee stokken rom bom

Nee jongeman, jij kunt mijn kind niet krijgen
Nee jongeman, jij kunt mijn kind niet krijgen
Van je rom bom rot op
Jij kunt mijn kind niet krijgen rom bom

Zeg ouweheer, ik heb nog wat vergeten
Zeg ouweheer, ik heb nog iets vergeten
Van je rom bom wat maal ik erom
Ik heb nog wat vergeten rom bom

Mijn vader is Groot Hertog van Brittagne
Mijn moeder is de koningin van Spanje
Van je rom bom wat maal ik erom
De koningin van Spanje rom bom

Zeg jongeman, jij kunt mijn dochter krijgen
Zeg jongeman, jij kunt mijn dochter krijgen
Van je rom bom neem d'r maar mee
Jij kunt mijn dochter krijgen joegee

Nee ouwe lul, je mag je dochter houwen
Nee ouweheer, je mag je dochter houwen
Want ik hoef d'r niet meer
Je mag je dochter houwen, eikel