refr.: Het allermooiste meisje in de stad is Tonia, Tonia, Tonia Het allermooiste meisje in de stad is Tonia, Toni, Tonia Ze lacht, ze kijkt zo lief en zo blij O, Tonia Ik kan er niet van slapen, ik kan d'r niet vergeten Ik moet steeds aan haar denken, wat doe ik daar nou an Ik durf het niet te wagen om haar eens aan te spreken Ze doet zo op een afstand, daar krijg ik de kriebels van refr. Ze draagt een felrood truitje En een minirokje, ver boven d'r knie Ze heeft zo'n heerlijk snuitje En andere dingen die ik zo graag zie refr. Ze lacht, ze kijkt zo lief en zo blij O, Tonia Ik kan er niet van slapen, ik kan d'r niet vergeten Ik moet steeds aan haar denken, wat doe ik daar nou an Ik durf het niet te wagen om haar eens aan te spreken Ze doet zo op een afstand, daar krijg ik de kriebels van refr. La lalala la (etc.)