Wat waren wij een tutten, we kochten heel wat af Een porceleinen engel, een vaas of een karaf Elkaar maar op te jutten voor een nieuwe snuisterij En meubels Louis Quinze, 't is allemaal voorbij Daar is de fijne leefkuil, daar zit ik nu alleen Op de antieke huisbar vallen tranen, een voor een refren': Lege stoel, weg geluk Wat moet ik met zo'n meubelstuk Dat leuke schilderijtje van een zigeunerin Een puzzel van de Nachtwacht aan de muur, 't was naar ons zin En dan werd weer de kamer helemaal wit gemaakt Met Biedermeier stoeltjes, maar jij hebt afgehaakt Daar is het leuke zitje, daar zit ik nu alleen Op de IKEA tafel vallen tranen, een voor een refren' De psychiater had gezegd: hou op met dat gezeur We moesten veel meer denken aan ons eigen interieur Nou, wij hebben de hele tijd niets anders meer gedaan Waarom zit ik hier nu alleen, wat is er mis gegaan Daar is de fijne leefkuil maar wat voel ik me een kruk Ik ben je kwijt en jij was ook een heel fijn meubelstuk refren'