In 't paleis van Sinterklaas Is 't 'n rotzooi nu, helaas Zelf staat hij met 'n zatte kop En zo de mijter op 'n Dikke stem van de alcohol: "Piet, kiep jij 'm nog es vol Zo'n tabberd is belabberd Zo'n pij is voorbij Zo'n staf staat me maf Ik ben moe van de roe Ik heb tabak van de zak Vergeeld is mijn boek Verschimmeld mijn paard Ik word ziek van mijn snor Ik krijg 'n sik van mijn baard Ik heb schijt aan de gard Ik baal van de boot Ik zit werkelijk In hoge peper noot Ik ga over mijn nek Bij het woordje marsepein En ik kots van kapoentje Wie dat ook mag zijn!" Maar, als Mientje binnenkomt Verandert 'ie op slag Ze heeft van die kinderogen En zegt zo aardig: "Dag" Als Mientje binnenkomt Dan krijgt 'ie 'n rood hoofd Van louter enthousiasme Omdat Mientje nog gelooft