Tom: D D G D D A A D D Vrede, vrede, vrede, voor alle mensen, groot en klein, D G D D A A D D vrede, vrede, vrede, voor alle mensen die goed zijn. [Verse 1] D D A A A A D D De herders sliepen in het veld, hun schapen waren al geteld. G G D D Em Em Em A Ze werden wakker van een lied maar eerst verstonden zij het niet: [Chorus] D G D D A A D D Vrede, vrede, vrede, voor alle mensen, groot en klein, D G D D A A D D vrede, vrede, vrede, voor alle mensen die goed zijn. [Verse 2] D D A A A A D D Er kwamen eng'len uit de lucht, een hele schare, wat een vlucht! G G D D Em Em Em A De herders waren zeer bevreesd, ze hoorden spoken of een geest: [Chorus] D G D D A A D D Vrede, vrede, vrede, voor alle mensen, groot en klein, D G D D A A D D vrede, vrede, vrede, voor alle mensen die goed zijn. [Verse 3] D D A A A A D D Een engel stelde hen gerust en zei: "Och, herders, wees gesust. G G D D Em Em Em A Hoor: heden is er in de stad een kind geboren, ga op pad". [Chorus] D G D D A A D D Vrede, vrede, vrede, voor alle mensen, groot en klein, D G D D A A D D vrede, vrede, vrede, voor alle mensen die goed zijn. [Verse 4] D D A A A A D D Ge zult een kindje vinden, klein, en het zal heten: Jezulein. G G D D Em Em Em A Het is uw koning en uw Heer. Ge zult hem loven, telkens weer. [End-Chorus] D G D D A A D D Vrede, vrede, vrede, voor alle mensen, groot en klein, D G D D A A D D vrede, vrede, vrede, voor alle mensen die goed zijn.