G: wie snurkt er altijd in z'n slaap? G+K: dat is Samson G: wat een geluid wanneer hij gaapt G+K: dat is Samson G: wie ligt er te draaien in zijn mand? G+K: dat is Samson G: wie snurkt er het luidste van heel het land? G+K: dat is Samson S: dat klopt, want ik was aan het dromen ik viel net uit heel hoge bomen ik vloog toen recht naar de zon in een grote luchtballon G: zeg, droomde jij dan ook van mij? of was ik er even niet bij? wij tweeën zijn samen toch één? S: nee, in deze droom was ik alleen refrein S: ik zat in een huis vol met snoep en daar at ik aardbeiensoep ik viel van de trap af omhoog en schaatste op een regenboog G: was ik dan geen droomprins te paard die jou redde in volle vaart was ik er niet eventjes bij? S: nee, ik droomde alleen maar van mij refrein G: wie snurkt er het luidste van heel het land? G+K: dat is Samson