Miel Cools

De Andere Vrouwen

Miel Cools


Tom: Dm

   Am           Am/G     Dm                E7             Am
De andere vrouwen hebben lijven ze zijn de feesten van de stad,
           Am    Am/G    Dm                    E7              Am
ze zijn te fraai om te beschrijven, ze kruisen her en der mijn pad.
   A7sus4    A7           Dm    Dm/C       G7              C
Ze schrijden in hun dunne kleren als meesteressen van ‘t gebied
Gm6/Bb   A7           Dm         F    G7                C    E7        Am    Am    Am    Am
en laten zich volop begeren maar jouw ogen, jouw grijze ogen hebben ze niet.

[Verse 2]
   Am          Am/G      Dm                E7          Am
De andere vrouwen kunnen koken, prinsessen van de appeltaart,
              Am     Am/G    Dm              E7              Am
'k heb in hun keukens vaak geroken: hun entrecôtes, hun ossenstaart.
A7sus4    A7             Dm    Dm/C          G7              C
Ze roeren lachend in hun pannen, toveren met braadslee en vergiet
Gm6/Bb      A7            Dm          F    G7                C    E7        Am    Am    Am    Am
en voor hun sauzen vallen mannen maar jouw ogen, jouw grijze ogen hebben ze niet.

[Verse 3]
   Am          Am/G      Dm               E7              Am
De andere vrouwen kunnen zingen of spelen blokfluit of spinet,
         Am      Am/G   Dm              E7            Am
ze weven lappen, smeden ringen, of timmeren hun eigen bed.
A7sus4      A7          Dm    Dm/C         G7               C
Ja, ze zijn zus of zo godinnen - een blindeman die dat niet ziet –
Gm6/Bb     A7            Dm          F    G7                C    E7        Am    Am    Am    Am
en ze zijn klaar om te beminnen maar jouw ogen, jouw grijze ogen hebben ze niet.

[Verse 4]
Am                 Am/G    Dm                E7                Am
Moet men de andere vrouwen strelen - gesteld dat ze dat willen dan -
         Am   Am/G          Dm                 E7               Am
in buien van “wat kan ‘t me schelen, wat komen moet, dat komt ervan”.
A7sus4     A7              Dm    Dm/C     G7                 C
Ja, waarom zou een man het laten, nu geen moraal het meer verbiedt,
Gm6/Bb    A7            Dm          F    G7                C    E7        Am
het is te dom om van te praten maar jouw ogen, jouw grijze ogen hebben ze niet,
     F    G7                C    E7        Am
maar jouw ogen, jouw grijze ogen hebben ze niet.