Lugubrum

De Totem

Lugubrum


Met een rattentand 
maakte ik ruimte voor u 
rits voor rits verloor ik 
mijn rechterhand 

Nagels krabten bloedend 
een symbool van kracht door pijn 
Daar rees Hij omhoog 
met mijn linkerhand zich voedend 

Ik beet het hout, dat 
gestaag was geblakerd 
(en) kleurde de krachtige Ziener 
tot ik geen kaak meer had 

Doffe slagen van mijn hoofd 
vormden zijn heilig huis 
Weet gij hoe men zal branden? 
Het vuur mag nooit gedoofd 

Vol lof was den Vereerden 
in der tijden begin 
Daar rees Hij omhoog 
waar Hij huiswaarts keerde