Ik zie haar, al is ze er niet Ik hoor haar, ook al zegt ze geen woord Ik voel haar, al is ze niet zo dichtbij En hoe dat komt, vraag het niet aan mij Haar ogen kijken recht in m'n hart Haar lippen brengen mij in de war Haar handen, ze zetten alles in brand Ik snap het niet, 'k zie geen enkel verband refr.: Maar ik weet wel Dat ze m'n lief is (ze is m'n lief) Dat ze m'n grote hartedief is (z'n hartedief) En dat ik altijd van haar houden zal Ja, daar ben ik zeker van (Ja, daar is hij zeker van) Ik zie haar, want ze ligt hier naast mij Ik hoor haar, want ze fluistert mijn naam Ik voel haar, wat is haar lichaam toch zacht Ze blijft bij mij de godganse nacht refr.: Want ze is m'n lief (Ze is z'n lief)