Als ik aan m'n land denk, denk ik niet aan Holland Maar altijd aan het een of ander land Dat eig'lijk overal kan zijn Zolang er maar geen grenzen zijn Zodat ik ongestoord op weg kan zijn Naar een ander land Want waar een vuur brandt vind ik wel een huis Waar een boom bloeit, daar herken ik goeie aarde Waar een rivier is, stroomt het water Met de zekerheid dat later De open armen wachten van de zee En waar een stad is, is een mens om van te houden En waar een kerk is, is een toren vol met hoop En waar een weg is om te gaan Weet ik dat ik niet stil moet staan Weet ik, ik moet verder gaan Met het verlangen mee Als ik van m'n land zing, zing ik niet van Holland Maar altijd van dat ene stukje grond Dat eig'lijk overal kan zijn Want waar twee armen open zijn Zal een liefdeslied m'n volkslied zijn De liefde zelf m'n koning zijn En een hart m'n vaderland