't Was een knul van achttien jaren, Nog wel groen, maar fors gebouwd Die werd tuinknecht onder Laren En dat heeft hem diep berouwd refren': Mensen, noem elkaar geen mietje Eenmaal zing je allemaal, Allemaal het ouwe liedje: 't Is de schuld van 't kapitaal De mevrouw wier gras hij maaide Riep hem binnen voor de thee, Waarbij zij zijn krullen aaide, Wat hem eerst nog niet veel dee refren' Zij verleidde 'm in het schuurtje Bij de schoffel en de schaar En alras voor nog een uurtje Moest hij mee naar haar boudoir refren' En meteen voor vast genomen, Deed 'ie wat ze van hem wou Van de tuin zou niks meer komen, Er kwam veel meer van mevrouw En hij raakte zo van zinnen Dat 'ie 't gras niet meer wou doen Als 'ie werkte was het binnen, En daar was al niks meer groen refren' Toen ontdekte hij op een morgen Dat de bakker en de post Vele malen 's nachts bezorgden En dat hij werd afgelost refren' En zo kreeg na deze dame Ook de grote stad hem klein, Want hoe vindt een vakbekwame Tuinknecht werk op 't Leidscheplein? 't Water van de gracht ging lokken, 't Droevig einde leek nabij, - Toen 'ie plots werd weggetrokken Door een pacifist die zei: refren' Zo loopt hij, pas 18 jaren En met een brutale kop, Bij een villa onder Laren Met een bord en daar staat op: refren'