Leen Jongewaard

De schuld van 't kapitaal

Leen Jongewaard


't Was een knul van achttien jaren,
Nog wel groen, maar fors gebouwd
Die werd tuinknecht onder Laren
En dat heeft hem diep berouwd 

refren':
Mensen, noem elkaar geen mietje
Eenmaal zing je allemaal,
Allemaal het ouwe liedje:
't Is de schuld van 't kapitaal 

De mevrouw wier gras hij maaide
Riep hem binnen voor de thee,
Waarbij zij zijn krullen aaide,
Wat hem eerst nog niet veel dee 

refren' 

Zij verleidde 'm in het schuurtje
Bij de schoffel en de schaar
En alras voor nog een uurtje
Moest hij mee naar haar boudoir 

refren' 

En meteen voor vast genomen,
Deed 'ie wat ze van hem wou
Van de tuin zou niks meer komen,
Er kwam veel meer van mevrouw 

En hij raakte zo van zinnen
Dat 'ie 't gras niet meer wou doen
Als 'ie werkte was het binnen,
En daar was al niks meer groen 

refren' 

Toen ontdekte hij op een morgen
Dat de bakker en de post
Vele malen 's nachts bezorgden
En dat hij werd afgelost 

refren' 

En zo kreeg na deze dame
Ook de grote stad hem klein,
Want hoe vindt een vakbekwame
Tuinknecht werk op 't Leidscheplein? 

't Water van de gracht ging lokken,
't Droevig einde leek nabij, -
Toen 'ie plots werd weggetrokken
Door een pacifist die zei: 

refren' 

Zo loopt hij, pas 18 jaren
En met een brutale kop,
Bij een villa onder Laren
Met een bord en daar staat op: 

refren'