Schoonheid is waar ik niets om geef Jij gebruikt geen ladyshave Ik ben niet benieuwd naar jou merk zeep Maar wel naar wat er in je schaamhaar leeft Welke troep is er in aangekoekt En verkleefd met je onderbroek Ik wil met mijn vuist op onderzoek In jou gevarendriehoek Want Over smaak valt niet te fisten Gebukt lijk je een glascontainer De putlucht kan behang afnemen In de wildernis tussen je benen Zijn velen voor mij reeds verdwenen Voor de wereld ben jij een gedrocht Maar ik heb een zaklantaarn gekocht Want ondanks alles wil ik toch Met mijn vuisten op ontdekkingstocht Daar waar elk ander Voor altijd zijn eetlust verliest Verblijf ik toch het liefst Want Over smaak valt niet te fisten!