Tom: D | D A | A | D A | A | (Alberto) [Verse 1] D D/G D A Elke zaterdag dan ga ik naar de opera: Figaro, Nabuco. D G D Maar de dirigent gaat liever uit met mijn mama. E A Naar - de - cinema. A Ik vind het maar gemeen, ik sta daar heel alleen.. (Samson, Gert, Alberto) [Chorus 1] A D Em/A Ik ben de sigaar, altijd de sigaar. A Ik zit alleen op d'eerste rij. D Er is hier niemand buiten mij. A D Em Ik ben de sigaar, altijd de sigaar. A Ook het orkest is niet meer hier. D A D Ze zijn al weg sinds een kwartier. [Break] | A | D A | D | (Gert) [Verse 2] D G D A D Ik ging naar Marlène met mijn beste kleren aan: Groene jas, gele das. G D Maar over de stoeprand lag de schil van een banaan. E D A/C 'k Vertrok, maar kwam nooit aan. A Die val werd mij fataal, ik lig in 't hospitaal. (Samson, Gert, Alberto) [Chorus 2] A/D D Em Ik ben de sigaar, altijd de sigaar. A Nu had ik eens een rendez-vous. D We gingen naar een barbecue. A/D D Em Ik ben de sigaar, altijd de sigaar. A Was die banaan een zakje chips. D Em Dan lag ik nu niet in het gips. [Break] | A | D A | A | (Samson) [Verse 3] D G D A D Gert ging naar de bakker, kocht een taart met heel veel fruit: Abrikoos en framboos. G D Toen hij voorbij mijn mandje kwam riep ik: "Hé Gert, kijk uit!" E A/C Alles op m'n snuit. A Ik zit hier nu in bad, m'n haren kleddernat. (Samson, Gert, Alberto) [Chorus 3] D/A D Em Ik ben de sigaar, altijd de sigaar. A Door het vallen van die taart. D Plakken m'n oren aan m'n baard. A D Am Ik ben de sigaar, altijd de sigaar. A Ik zit nu nog wel met een vraag. D Wordt er nog taart gekocht vandaag? [Outro] A D Em Wij zijn de sigaar, altijd de sigaar. A Is het nu warm of is het koud. D Bij ons loopt altijd alles fout.