Koen Crucke

Ik Ben De Sigaar

Koen Crucke


Tom: D

| D A | A | D A | A |

(Alberto)

[Verse 1]
D                       D/G        D   A
Elke zaterdag dan ga ik naar de opera: Figaro, Nabuco.
D                            G              D
Maar de dirigent gaat liever uit met mijn mama.
E               A
Naar - de - cinema.
A
Ik vind het maar gemeen, ik sta daar heel alleen..

(Samson, Gert, Alberto)

[Chorus 1]
A            D     Em/A
 Ik ben de sigaar,  altijd de sigaar.
         A
Ik zit alleen op d'eerste rij.
           D
Er is hier niemand buiten mij.
       A    D     Em
Ik ben de sigaar, altijd de sigaar.
          A
Ook het orkest is niet meer hier.
           D         A       D
Ze zijn al weg sinds een kwartier.

[Break]
| A | D A | D |

(Gert)

[Verse 2]
D                                   G      D    A                D
Ik ging naar Marlène met mijn beste kleren aan: Groene jas, gele das.
                           G                D
Maar over de stoeprand lag de schil van een banaan.
E           D         A/C
'k Vertrok, maar kwam nooit aan.
A
Die val werd mij fataal, ik lig in 't hospitaal.

(Samson, Gert, Alberto)

[Chorus 2]
A/D         D     Em
Ik ben de sigaar, altijd de sigaar.
          A
Nu had ik eens een rendez-vous.
          D
We gingen naar een barbecue.
A/D         D     Em
Ik ben de sigaar, altijd de sigaar.
          A
Was die banaan een zakje chips.
           D          Em
Dan lag ik nu niet in het gips.

[Break]
| A | D A | A |

(Samson)

[Verse 3]
D                                   G                   D      A               D
Gert ging naar de bakker, kocht een taart met heel veel fruit: Abrikoos en framboos.
                                            G             D
Toen hij voorbij mijn mandje kwam riep ik: "Hé Gert, kijk uit!"
E        A/C
Alles op m'n snuit.
A
Ik zit hier nu in bad, m'n haren kleddernat.

(Samson, Gert, Alberto)

[Chorus 3]
D/A         D     Em
Ik ben de sigaar, altijd de sigaar.
         A
Door het vallen van die taart.
            D
Plakken m'n oren aan m'n baard.
       A    D     Am
Ik ben de sigaar, altijd de sigaar.
          A
Ik zit nu nog wel met een vraag.
             D
Wordt er nog taart gekocht vandaag?

[Outro]
A             D     Em
Wij zijn de sigaar, altijd de sigaar.
          A
Is het nu warm of is het koud.
                           D
Bij ons loopt altijd alles fout.