Ik zit weer op m'n kamer, met de atlas in m'n hand En buiten gaan er kinderen tekeer Mijn vrienden, maar ik hoor ze al niet meer Want ik ben in gedachten weer vertrokken naar dat land Het land van vroeger, waar ik ben geboren Ik zie weer hoge bomen voor een blauwe bergenrij En houten huisjes, haveloos en klein En kinderen die ook aan 't spelen zijn Maar dit keer lijken al die vreemde kinderen op mij En even zou ik bij ze willen horen Natuurlijk weet ik best: Het leven is daar niet zo goed Ik zou het niet voor Holland willen ruilen Maar denk ik aan mijn moeder Die daar ook nog leven moet Dan moet ik wel eens stiekem even huilen Ik voel me soms een beetje als een boom die is verplant En die, al groeit 'ie door in vreemde grond Blijft treuren om het bos waarin hij stond Al heb ik hier een beter leven dan ik in dat land Het land van vroeger, ooit had kunnen krijgen Mijn vader en mijn moeder hier Die houden veel van mij Dat laten ze me merken, alle twee Mijn broer en zus, die vallen ook wel mee En als ze me eens pesten, dat ik anders ben dan zij Dan roep ik enkel: "Kijk toch naar je eigen" Ik hou dus van mijn ouders Van mijn broer en van mijn zus Ik zou mijn hele spaarpot voor ze geven Maar als ik aan mijn moeder denk Mijn echte moeder dus Dan komen soms die tranen toch weer even Ik zit weer op mijn kamer, met de atlas in m'n hand En zie wat ik al zo veel keren zag En weet dat ik terug wil op een dag Terug wil naar de mensen in dat verre, vreemde land Het land van vroeger, waar ik van blijf dromen Het land van vroeger, om weer thuis te komen