refrain: Geld dat heb je niet nodig Je ruilt toch met elkaar En geld is overbodig Geld dat heb je niet nodig Je ruilt toch met elkaar En geld is overbodig De een kan aardig timmeren, die timmert dus een kast Die geeft 'ie aan een ander waar die kast wel aardig past Die ander kan goed koken dus die krijgt een goed idee En zegt aan onze timmerman "kom, eet een weekje mee" refrain De ene heeft een landje vol met winterpeen en ui De ander die goed breien kan die breit de netste trui Die trui die kun je ruilen voor die hutspot van 't land Zo kom je heus de winter door, dus niks meer aan de hand refrain En wie eens niet zo handig is heeft vast wel een talent Die trekt de gekste bekken of bespeeld een instrument En loopt 't tegen etenstijd dan hoort u strijk en zet "Zeg vriendje, d'r staat een maaltijd klaar, en straks ook wel een bed" refrain En geld is overbodig En geld is overbodig En geld is overbodig En geld is overbodig En geld is overbodig En geld is overbodig