Merel slaapt niet, hoe moe ze ook is. Ligt heel gespannen, de oren gespitst. Beneden stemmen, die klinken vertrouwd dan valt een stilte ze krijgt het benauwd. da'lijk hoort ze de treden weer en telt ze iedere stap want de nacht kent geen vrede meer sinds hij voor het eerst tot haar sprak Merel, we delen een geheim onze wereld alleen voor jou en mij. Ze ziet hoe moeder haar blikken ontwijkt momenten samen krampachtig vermijdt. Ze denkt aan vroeger hoe lief hij toen was hij haar op schoot nam en sprookjes voorlas. Eens zo veilig en nu bedreigd Merel snapt niet hoe het kan dat de man die ooit liefde gaf haar alle dromen ontnam en zei Merel, we delen 'n geheim onze wereld alleen voor jou en mij. Merel, je hoeft niet hier te zijn. In jouw wereld doet niemand je nog pijn. Merel, vlucht van hem vandaan. In jouw wereld raakt niemand je nog aan. (c) Frans Bakker en Herman Schulte