Joop Visser

Weet je wel

Joop Visser


Weet je wel wiens schuld 't is
Dat we vaak zo weinig maar
Over hebben voor elkaar
Weet je wel wiens schuld dat is
Moet je aan je zuster vragen
Met 'r ordinaire vrijer
Als ze zich heeft opgetut
Zegt ze "mijne", zegt ze "mijne"
Zegt ze "mijn schuld niet", de trut

Weet je wel wiens schuld 't is
Dat 'r voor gewone mensen
Nauwelijks werk is dat ze wensen
Weet je wel wiens schuld dat is
Moet je aan je broertje vragen
Met z'n bolle televisie-
Ogen en z'n luie gat
Zegt 'ie "mijne", zegt 'ie "mijne"
Zegt 'ie "mijn schuld niet", de rat

Weet je wel wiens schuld 't is
Dat ze nog een heel stuk jonger
Sterven van de honger
Weet je wel wiens schuld dat is
Moet je aan je moeder vragen
Als ze tijd heeft na d'r Story
Met d'r volgevreten pens
Zegt ze "mijne", zegt ze "mijne"
Zegt ze "mijn schuld niet", dat mens

Weet je wel wiens schuld 't is
Dat onze economie
Stuk gaat aan een zwart circuit
Weet je wel wiens schuld dat is
Moet je aan je vader vragen
Met z'n overdreven auto
En z'n klere modepak
Zegt 'ie "mijne", zegt 'ie "mijne"
Zegt 'ie "mijn schuld niet", de zak

Weet je wel wiens schuld 't is
Dat als het mis gaat ze altijd
Wijzen naar een minderheid
Weet je wel wiens schuld dat is
Moet je je familie vragen
Zitten ze meteen te klagen
Kunnen zij er wat aan doen
Met hun kijk-maar-naar-je-eigen
Door en door doortrapt fatsoen
Met hun kijk-maar-naar-je-eigen
Door en door en door en door en door en door doortrapt fatsoen