Denkend aan Holland zie ik brede rivieren Traag door oneindig laagland gaan Rijen ondenkbaar ijle populieren Als hoge pluimen aan den einder staan En in de geweldige ruimte verzonken De boerderijen, verspreid door het land Boomgroepen, dorpen, geknotte torens Kerken en olmen in een groots verband De lucht hangt er laag en de zon wordt er langzaam In grijze veelkleurige dampen gesmoord En in alle gewesten wordt de stem van het water Met zijn eeuwige rampen gevreesd en gehoord Denkend aan Holland zie ik waardepapieren Snel door begerige vingers gaan Rijen op koopwaar geile batavieren Als zedeprekers op de kansel staan En in de geweldige bankcatacomben De tankerdollar en de krugerrand Biljetten aan toonder, bigotte mores Menten, Verolme, in een groot verband De lucht hangt er laag en de geest wordt er langzaam In parlementarische dampen gesmoord En op alle terreinen is de stem van de koopman Met zijn ethische krampen het meest aan het woord